Home

onderbreken

Onderbreken is een werkwoord in het Nederlands met de basisbetekenis om de voortgang van iets te stoppen of te onderbreken, tijdelijk of permanent. Het kan slaan op een gesprek of presentatie, maar ook op een proces, een uitzending of een dienst. In gesprekken wordt iemand vaak door iemand anders onderbroken wanneer een toevoeging of correctie gewenst is, vaak met beleefdheidsvormen zoals: Mag ik hier even onderbreken?

Grammaticaal gezien is onderbreken een scheidbaar werkwoord. Tegenwoordige tijd: ik onderbreek, jij onderbreekt, wij onderbreken. Verleden

Zinspelingsnuances: een onderbreking kan doelmatig zijn, bijvoorbeeld om verduidelijking te vragen of om een urgent punt

Vorm en afgeleide termen: de zelfstandig naamwoordvorm is onderbreking; de persoon of voorwerp dat onderbreekt kan

---

tijd:
ik
onderbrak,
jij
onderbrak,
wij
onderbraken.
Voltooid
deelwoord:
onderbroken;
combinatie
met
hebben:
ik
heb
het
gesprek
onderbroken.
In
de
passieve
vorm:
Het
gesprek
werd
onderbroken.
te
maken.
Beleefde
interruptie
wordt
vaak
op
een
tactvolle
manier
aangevraagd,
zoals
Mag
ik
even
iets
onderbreken?
Onbeleefde
onderbreking
kan
als
onbeleefd
overkomen.
Het
begrip
kan
ook
verwijzen
naar
een
technische
of
organisatorische
onderbreking,
zoals
een
onderbreking
van
de
dienst
of
een
onderbreker
in
de
elektrotechniek.
onderbreker
genoemd
worden
in
technische
contexten.
Etymologisch:
samengesteld
uit
onder-
en
breken,
met
de
betekenis
inbreken
op
de
voortgang.