variabelen

Variabelen zijn symbolen die een waarde kunnen aangeven die kan veranderen. In de wiskunde en algebra dienen variabelen vaak als onbekenden of parameters. Veel voorkomende letters zijn x, y en t; bij meerdere variabelen verwijst elke variabele naar een aparte waarde.

In programmeertalen verwijst variabele naar een opslagplaats die onder een naam is opgeslagen en die een waarde kan bevatten die kan veranderen gedurende de uitvoering. Variabelen hebben meestal een type (bijv. integer, string, boolean), een scope (lokale of globale beschikbaarheid) en een levensduur; sommige talen maken variabelen mutabel, andere niet (constante). Voorbeelden: in JavaScript: let x = 10; in Python: x = 10.

In statistiek en data-analyse is een variabele een kenmerk of eigenschap die waarden kan aannemen. Variabelen worden onderverdeeld in kwantitatieve (numeriek) en kwalitatieve (categorisch) variabelen. Kwantitatieve variabelen kunnen discrete of continue waarden hebben; onafhankelijke en afhankelijke variabelen verwijzen naar oorzaak/effect in experimenten.

Verder wordt onderscheid gemaakt tussen onafhankelijke variabelen en afhankelijke variabelen; variabelen worden gebruikt als invoer, parameters, of tussentijdse opslag in berekeningen en algoritmen. Goede variabelnaamgeving (duidelijke, beschrijvende namen) vergroot leesbaarheid en onderhoud.

Variabelen vormen een fundamenteel concept in wiskunde, informatica en datawetenschap.