Home

grondwaterniveau

Grondwaterniveau is de hoogte van het grondwater in de bodem op een bepaald punt. In de Nederlandse context wordt het vaak uitgedrukt als de ligging van de grondwaterspiegel ten opzichte van een referentiehoogte, meestal het Normaal Amsterdams Peil (NAP). Het niveau geeft aan waar de ondergrond onder water staat en kan variëren in tijd en ruimte, afhankelijk van geologie en invloeden van neerslag, verdamping en menselijke activiteiten. In vaktaal wordt gesproken van de waterstand in een put of piezometer; de absolute hoogte van het water wordt vaak uitgedrukt als meters boven NAP of als diepte onder NAP.

Invloeden en processen: Het grondwaterniveau wordt bepaald door neerslaginfiltratie, afstroming, verdamping en evapotranspiratie, evenals wateronttrekking voor

Variaties en gevolgen: Seizoensgebonden neerslagtekorten leiden tot dalingen, terwijl perioden van overvloed het niveau laten stijgen.

Beheer en monitoring: Waterschappen en waterdiensten volgen het grondwaterniveau met putten en piezometers, modelleren trends en

drinkwater,
irrigatie
en
industrie.
De
geologische
structuur—aquifers,
lagjassen,
aquitards—bepaalt
hoe
snel
het
reageert
op
veranderingen
en
hoe
hoog
het
kan
stijgen
of
zakken.
Verharding
van
steden
en
bodemdaling
door
winning
kunnen
de
infiltratie
beperken
en
het
niveau
beïnvloeden.
Langdurige
daling
kan
verzakking,
minder
natuurlijke
afvoer
en
kwaliteitsveranderingen
veroorzaken,
waaronder
verzilting
of
verontreiniging.
stellen
regels
voor
onttrekkingen.
Grondwater
is
cruciaal
voor
drinkwatervoorziening,
landbouw
en
waterveiligheid.