graviditeit

Graviditeit is de periode waarin een zwangere persoon een embryo of foetus in de baarmoeder ontwikkelt. De duur wordt meestal gemeten vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie en bedraagt ongeveer 40 weken. Die periode wordt doorgaans verdeeld in drie trimesters: eerste (0-12 weken), tweede (13-27 weken) en derde (28-40 weken).

Tijdens graviteit treden belangrijke hormonale veranderingen op, met onder andere humaan choriongonadotropine (HCG) en progesteron. Deze hormonen ondersteunen de zwangerschap, de placentaontwikkeling en de veiligheid van de groei van de foetus. De placenta en de navelstreng leveren zuurstof en voedingsstoffen aan de ontwikkeling van het kind.

Symptomen kunnen ontbreken of variëren, maar veelvoorkomende signalen zijn een uitblijvende menstruatie, misselijkheid en braken, vermoeidheid, borstveranderingen en vaker plassen. Diagnostiek omvat een zwangerschapstest (urine of bloed), gevolgd door vroege echografie en regelmatige prenatale controles zoals bloeddruk, gewicht, urineonderzoek en screenings op infecties en afwijkingen.

Zorg en leefstijl tijdens graviteit richten zich op een gezonde ontwikkeling. Aanbevolen zijn foliumzuur voorafgaand aan en tijdens de vroege zwangerschap, voldoende ijzer en vitamine D, en een gewichtstoename die afhankelijk is van de startwaarde. Alcohol en roken worden afgeraden; sommige medicijnen moeten worden vermeden of aangepast in overleg met een zorgverlener. Regelmatige lichaamsbeweging en vaccinaties volgens medische adviezen kunnen bijdragen aan een gezonde uitkomst.

Complicaties zijn mogelijk, waaronder miskraam, buitenbaarmoederlijke zwangerschap, vroeggeboorte, preeclampsie en zwangerschapsdiabetes. Het risico is afhankelijk van factoren zoals leeftijd, gezondheid en leefstijl, en wordt doorgaans gemonitord door prenatale zorg.