Home

fibroseprogressie

Fibroseprogressie is het proces waarbij normaal weefsel geleidelijk wordt vervangen door littekenweefsel (fibrose) als gevolg van aanhoudend letsel en ontsteking. Doorgaans gaat deze verkleuring gepaard met een afname van de organische structuur en functiemogelijkheden. Fibrose kan bij verschillende organen voorkomen, met lever- en longfibrose als bekendste voorbeelden.

Leverfibrose ontstaat bij chronische leveraandoeningen zoals virale hepatitis, alcoholgerelateerde leverschade en niet-alcoholische leververvetting (NAFLD). Bij voortdurende

Progressie wordt gemeten met klinische evaluatie, beeldvorming en functionele tests. Leverfibrose wordt bijvoorbeeld geclassificeerd met stadia

Factoren die fibroseprogressie beïnvloeden zijn onder meer voortdurende blootstelling aan schadelijke factoren (alcohol, virale infecties, stofblootstelling),

Behandeling is afhankelijk van het aangetaste orgaan en de oorzaak. Bij leverfibrose is behandeling gericht op

schade
kan
leverfibrose
leiden
tot
levercirrose
en
complicaties
als
portal
hypertensie.
Longfibrose
treft
vaak
de
interstitiële
weefselstructuur
van
de
longen
en
kan
leiden
tot
progressieve
kortademigheid
en
daling
van
longfunctie;
beeldvorming
kan
littekens
en
honeycombing
tonen.
Fibrose
kan
ook
in
nieren,
hart
of
huid
voorkomen,
met
respectievelijke
klinische
beloop.
van
F0
tot
F4
en
kan
worden
gevolgd
met
elastografie
of
leverbiopsie.
Longfibrose
wordt
gevolgd
met
spirometrie
(FVC
en
DLCO)
en
HRCT-imaging.
Biomarkers
en
klinisch
beloop
kunnen
aanvullende
informatie
geven.
ontstekingen,
genetische
aanleg,
leeftijd
en
comorbide
aandoeningen
zoals
diabetes.
Tijdig
behandelen
van
de
onderliggende
oorzaak
kan
de
snelheid
van
progressie
vertragen
of
voorkomen;
in
sommige
gevallen
kan
reversie
beperkt
optreden.
het
stoppen
van
de
onderliggende
leverbeschadiging;
bij
longfibrose
kunnen
antifibrotische
medicijnen
de
achteruitgang
vertragen;
ondersteuning,
revalidatie
en
behandeling
van
complicaties
zijn
ook
belangrijk.
Regelmatige
follow-up
helpt
bij
detectie
van
verergering
en
complicaties.