eindigt

Eindigt is de derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van het werkwoord eindigen in het Nederlands. Het betekent dat iets een eind bereikt of tot zijn einde komt. Het kan verwijzen naar een concrete gebeurtenis, zoals een film die eindigt, maar ook naar het beëindigen van een proces, een periode of een toestand.

Etymologie: eindigen is afgeleid van het zelfstandig naamwoord einde, met een werkwoordsuffix dat in het Nederlands voorkomt bij afleidingen die “tot een einde brengen” betekenen. Zo groeit uit het begrip einde het werkwoord eindigen, met eindigt als vervoegde vorm.

Gebruik en nuance: eindigen wordt gebruikt voor zowel algemene als specifieke beëindigingen. Het wordt vaak toegepast zonder lijdend voorwerp, aangezien het een intransitief werkwoord is. Beëindigen is een synoniem maar heeft vaak een formelere of finalere connotatie, terwijl aflopen meer op het verstrijken van tijd wijst. In technische of rapportagesettings kan eindigen ook worden gebruikt in de zin van “een proces komt tot een einde”.

Vervoeging (korte voorstelling):

- Ik eindig, jij eindigt, hij/zij/het eindigt; wij eindigen, jullie eindigen, zij eindigen.

- Verleden tijd: ik eindigde, jij eindigde, hij eindigde; wij eindigden, jullie eindigden, zij eindigden.

- Voltooid deelwoord: geëindigd. Perfect met hulpwerkwoord meestal is: de film is geëindigd.

Zie ook: beëindigen, eindpunt, einde, afronden.

Literatuur en taalgebruik kunnen variëren in registers; eindigt blijft een gangbare, neutrale wijze om te verwijzen naar het bereiken van een einde in allerlei contexten.