aflopen
Aflopen is a Dutch verb meaning to elapse, to come to an end, or to run out. It is used to describe a period of time or a term that is approaching its conclusion, as well as events or processes that are finishing. The prefix af- indicates completion or end, combined with lopen (to run).
- Time elapsing: De tijd loopt af (time is running out). De vakantie loopt af volgende week (The
- End of a term or event: De termijn loopt af op vrijdag. De wedstrijd loopt af in
- General finishing sense: Het seizoen loopt af; de show loopt af.
Vergelijking met verwante werkwoorden
- Verlopen: often used for something becoming invalid or expired, such as een vervaldatum die is verlopen
- Verstrijken: similar to elapse, but more formal or neutral; emphasizes the passing of a period without
Aflopen is een scheidbaar werkwoord; in de hoofdzin kan het onderscheid tussen af- en de rest van
Af- geeft het idee van voltooiing of afscheiding, gecombineerd met lopen (lopen, voortbewegen).