drainageinstallaties

Drainageinstallaties zijn systemen die overtollig water uit de bodem of van het oppervlak verwijderen om de basale stabiliteit van de bodem, de wortelgroei van planten en de constructie-veiligheid te waarborgen. Ze worden toegepast zowel in land-, tuin- en landbouwtoepassingen als in civiele techniek voor wegen, dijken en gebouwen. Het doel is het voorkomen van wateroverlast, bodemverdichting en verzilting, en het reguleren van de waterbalans op lange termijn.

Een gangbare vorm van drainage is de subsurface drainage, vaak bestaande uit perforerende buizen die in een ondiepe sleuf zijn geplaatst en met grind of een filterdoek zijn omgeven. De buizen voeren water naar een afvoer of kanaal. Daarnaast bestaan er oppervlaktes drainage of greppels, randen en sloten die water vanaf het maaiveld afvoeren naar bebos, sloten of riolering. Een drainageinstallatie omvat doorgaans ook een hoofdafvoer, verbindingsbuizen en eventueel pompen bij gebieden met een lagere ligging of weinig natuurlijke afvoer.

Bij het ontwerp spelen factoren als bodemtype, watertafel, klimaat en landbouw- of bouwdoelen een rol. Belangrijke overwegingen zijn de diepte van de drains, de afschot, het gebruikte materiaal (zoals PVC- of HDPE-buizen en filterlagen) en de onderhoudscondities. Regelgeving en normen waaraan installatie en onderhoud moeten voldoen, variëren per regio.

Onderhoud omvat inspectie en reinigen van afvoeren, het controleren op wortelgroei of sedimentatie en het tijdig herstellen van lekkages. Goed beheer van drainageinstallaties draagt bij aan bodemgezondheid, waterkwaliteit en duurzame waterhuishouding.