Home

detectielimieten

Detectielimieten (limit of detection) verwijzen naar de kleinste hoeveelheid van een stof die onder specifieke meetomstandigheden nog kan worden gedetecteerd, maar niet noodzakelijkerwijs nauwkeurig gekwantificeerd. In de praktijk gaat het om het onderscheid kunnen maken tussen afwezigheid van de stof en een signaal dat aan het achtergrondniveau doet denken. De detectielimiet is afhankelijk van de meetmethode, instrumentatie, achtergrondruis en de matrix waarin gemeten wordt.

Verschil met de kwantificatielimiet: de detectielimiet geeft aan of een signaal überhaupt aanwezig is; de kwantificatielimiet

Berekening en definities: een veelgebruikte benadering is LOD ≈ 3s/m, waarbij s de standaarddeviatie van het blanco-signaal

Toepassingsgebieden en belang: detectielimieten zijn cruciaal in milieuanalyse, voedselveiligheid, farmaceutische analyse en klinische diagnostiek, waar het

(limit
of
quantification,
LOQ)
geeft
aan
bij
welke
concentratie
de
stof
met
voldoende
nauwkeurigheid
en
precisie
kan
worden
gemeten.
In
veel
protocols
worden
zowel
LOD
als
LOQ
gerapporteerd,
omdat
een
detecteerbaar
signaal
niet
altijd
betekent
dat
de
concentratie
betrouwbaar
kan
worden
bepaald.
is
en
m
de
helling
van
de
kalibratiecurve.
Een
alternatieve
formulering
is
LOD
≈
3,3·(σ/S).
LOQ
wordt
vaak
gedefinieerd
als
LOQ
≈
10s/m
(of
10·(σ/S)).
De
waarde
van
σ
kan
afkomstig
zijn
van
meerdere
metingen
van
een
blanco
of
uit
residuen
van
de
calibratie.
In
praktijk
hangen
LOD
en
LOQ
af
van
de
analyten,
de
matrix,
de
methode
en
de
instrumentatie.
detecteren
van
zeer
lage
concentraties
van
belang
is.
Rapportages
bevatten
meestal
zowel
LOD
als
LOQ
zodat
interpretatie
van
meetresultaten
betrouwbaar
kan
plaatsvinden.