cognitiewetenschappen

Cognitiewetenschappen is een interdisciplinaire studie van de mentale processen waarmee mensen en andere cognitieve systemen waarnemen, denken, leren en communiceren. Het verenigt inzichten uit psychologie, neurowetenschap, linguïstiek, filosofie van de geest, informatica en antropologie om te begrijpen hoe informatie in het hoofd wordt verwerkt en gebruikt.

Onderzoek richt zich op vraagstukken zoals representatie en de computatie van mentale toestanden, aandacht, geheugen, taalverwerving en besluitvorming. Het bestudeert zowel individuele cognitieve functies als hun onderlinge interacties in complexe taken. Methoden variëren van gedragsmetingen en computationele modellering tot neurale opnames met fMRI, EEG en andere technieken.

Cognitiewetenschappen ontstond in de jaren zestig uit de cognitieve revolutie, als alternatief voor behavioristische benaderingen en met de opkomst van kunstmatige intelligentie. Belangrijke denkers zijn onder meer Ulric Neisser, Noam Chomsky, Herbert Simon en Allen Newell, die bijdroegen aan het begrip van hoe kennis en vaardigheden worden opgebouwd.

Binnen de discipline bestaan subvelden zoals cognitieve psychologie, cognitieve neurowetenschap, computationele taalkunde, mens-computerinteractie en kunstmatige intelligentie. Toepassingen omvatten onderwijs en diagnostiek, mensgericht ontwerp, neurorevalidatie en de ontwikkeling van betere AI-systemen en robots die menselijke concepten kunnen begrijpen en toepassen.

Contemporary debates betreffen de aard van representatie en de kloof tussen computationele modellen en belichaamde benaderingen. Recente trends omvatten predictive processing, neurale netwerken en cross-culturele cognitieve studies, met een groeiende aandacht voor ethiek en maatschappelijke implicaties van onderzoek en ontwerp van AI.