bespeelt

Bespeelt is een vervoeging van het Nederlandse werkwoord bespelen. Het betekent in de basis: een instrument, apparaat of ander voorwerp bedienen en tot klinken brengen, meestal in de context van muziek of uitvoering. Het werkwoord wordt vooral gebruikt met instrumenten zoals piano, gitaar, viool of trombone, maar kan ook verwijzen naar het bedienen van bijvoorbeeld een speeltoestel of orkestpositie.

Grammaticaal gezien is bespeelt de derde persoon enkelvoud van de tegenwoordige tijd: hij/zij/het bespeelt. Andere vormen zijn onder meer ik bespeel, jij bespeelt, wij bespelen, jullie bespelen en zij bespelen. De verleden tijd is bespeelde en de voltooid deelwoord is bespeeld, bijvoorbeeld: “Hij bespeelde jarenlang de cello” en “Het instrument is bespeeld.” Het werkwoord kan zowel transitief als in passieve zinsbouw voorkomen.

Usage en nuance: bespelen benadrukt vaak vaardigheid en langdurige training, in tegenstelling tot het algemenere spelen. Het wordt meestal gekozen bij muzikale contexten, maar kan ook figuurlijk voorkomen, bijvoorbeeld “een organisatietoepassing bespelen,” al is dit minder gebruikelijk. Let op dat in samenstellingen zoals “iemand een instrument laten bespelen” het onderwerp actief een instrument gebruikt.

Etymologie: het woord is samengesteld uit be- (een uitdrukkings- of aanduidingsvoorvoegsel) en spelen, en geeft de handeling van gericht en beheerst optreden met een speelbaar object weer. Verwante uitdrukkingen zijn “een instrument bespelen” en “een orkest bespelen.”