bellongelijkheden
Bell-ongelijkheden vormen een familie van wiskundige ongelijkheden die de mogelijke correlaties beschrijven tussen meetresultaten aan twee ruimtelijk gescheiden systemen onder de aanname van lokale realistische modellen. Ze zijn in 1964 geïntroduceerd door John S. Bell als voortbouw op de EPR-paradox en dienen als tests om lokale realisme tegen de voorspellingen van de kwantummechanica te toetsen.
In een dergelijk kader gaat men uit van lokale realistische theorieën: meetuitkomsten worden bepaald door vooraf
Een veelgebruikte vorm is de CHSH-ongelijkheid. Hierbij worden de correlaties E(a,b) tussen uitkomsten van metingen met
Experimentele tests begonnen in de jaren tachtig met Alain Aspect en collega's en hebben sindsdien talloze
In de afgelopen decennia zijn meerdere loopholevrije Bell-tests uitgevoerd (rond 2015) door verschillende groepen, die aantonen