Home

belastingsprincipes

Belastingsprincipes verwijzen naar een aantal basisbeginselen die ten grondslag liggen aan het ontwerp en de uitvoering van een belastingstelsel. Ze fungeren als referentiekader bij beleidskeuzes over wie wordt belast, welk soort belastingen heffen en hoe hoog de tarieven zijn, en dienen als norm bij evaluaties van het stelsel.

Een centraal beginsel is het draagkrachtbeginsel: de belastingdruk dient te reageren op iemands vermogen om te

Neutraliteit en efficiëntie zijn belangrijke economische criteria: het belastingstelsel moet zo min mogelijk de productie- en

Solidariteitsbeginsel verwijst naar de wijze waarop belastingen bijdragen aan sociale ver- deel- en publieke voorzieningen; hogere

dragen.
Dit
principe
wordt
vaak
vertaald
in
een
progressief
tariefstelsel
en
in
aftrekposten
of
heffingskortingen
die
vooral
bij
lagere
inkomens
relatieve
verlichting
geven.
Verwant
aan
dit
beginsel
is
de
ongelijkheidsvriendschap
van
horizontale
en
verticale
rechtvaardigheid:
horizontale
rechtvaardigheid
vereist
gelijke
behandeling
van
gelijke
gevallen,
terwijl
verticale
rechtvaardigheid
onderscheid
maakt
tussen
hogere
en
lagere
draagkracht
en
daardoor
hogere
of
lagere
belastingdruk
rechtvaardigt.
consumptiekeuzes
van
huishoudens
en
bedrijven
sturen,
zodat
markten
efficiënt
blijven
functioneren.
Hiermee
samen
gaat
eenvoud
en
duidelijkheid:
regels
moeten
begrijpelijk
zijn,
met
eenvoudige
naleving
en
weinig
administratieve
last.
Zekerheid
en
voorspelbaarheid
betekenen
dat
burgers
en
bedrijven
kunnen
vertrouwen
op
de
regels
en
op
een
voorspelbare
betalingsdruk
in
de
toekomst.
draagkracht
kan
solidariteit
versterken
in
de
financiering
van
collectieve
functies.
Tot
slot
spelen
administratieve
haalbaarheid
en
uitvoerbaarheid
een
rol:
de
kosten
van
invordering
en
handhaving
moeten
in
verhouding
staan
tot
de
opbrengst,
en
het
stelsel
moet
praktisch
uitvoerbaar
zijn.