Home

autoimmuniteit

Autoimmuniteit is een proces waarbij het immuunsysteem ten onrechte de eigen lichaamsweefsels aanvalt. Bij autoimmuniteit kan het immuunsysteem autoantistoffen produceren en schade toebrengen aan organen of weefsels. Autoimmune diseases ontstaan wanneer dit auto-reactieve proces klinische symptomen en organische schade oplevert. De term verwijst zowel naar de verschijnselen als naar de onderliggende immuunmechanismen.

Oorzaken en mechanismen omvatten genetische aanleg, bijvoorbeeld bepaalde HLA-typen, en omgevingsfactoren zoals infecties, roken en hormonale

Autoimmuniteit kan organ- of weefselspecifiek zijn (bijv. auto-immuun thyroiditis, type 1 diabetes) of systemisch (bijv. systemische

Behandeling is gericht op het onderdrukken van de immuunrespons en het verminderen van ontsteking, bijvoorbeeld met

invloeden.
Fouten
in
zelftolerantie
leiden
tot
activering
van
autoreactieve
B-
en
T-cellen
en
tot
productie
van
autoantistoffen.
Autoantistoffen
kunnen
weefsels
beschadigen,
ontstekingen
oproepen
of
immuuncomplexen
vormen
die
weefsels
belasten.
Mogelijke
mechanismen
zijn
moleculaire
nabootsing,
epitopenverspreiding
en
aangeboren
immuundeficiënties.
lupus
erythematosus,
sclerose).
Andere
voorbeelden
zijn
reumatoïde
artritis,
multiple
sclerose,
coeliakie
en
inflammatoire
darmziekten.
Klinische
presentatie
is
divers
en
hangt
af
van
het
getroffen
weefsel
of
systeem.
Diagnostiek
omvat
klinische
evaluatie,
serologisch
onderzoek
naar
autoantistoffen
(zoals
ANA,
RF)
en
organ-specifieke
markers,
beeldvorming
en
soms
weefselbiopten.
corticosteroïden,
immunosuppressiva,
DMARDs
en
biologische
middelen.
Therapie
is
meestal
individueel
afgestemd
en
kan
levenlang
beleid
vereisen,
met
aandacht
voor
bijwerkingen
en
comorbiditeiten.
Prognose
varieert
sterk
per
aandoening
en
op
respons
op
behandeling.