Home

Vraagvormen

Vraagvormen is een term uit de taalkunde die verwijst naar de verschillende manieren waarop een vraag in een taal kan worden geformuleerd en gebruikt. In het Nederlands worden directe vragen en indirecte vragen onderscheiden, waarbij ze uiteenlopende functies en tonen kunnen hebben in gesproken en geschreven taal.

Directe vragen bestaan uit twee hoofdtypen. Ja/nee-vragen vragen om een bevestiging of ontkenning en worden meestal

Andere directe vormen zijn alternatieve vragen, waarbij twee of meer opties worden gepresenteerd en de keuze

Indirecte vragen lijken op gewone verklarende zinnen en bevatten geen inversie in de hoofdzin: Ik vraag me

Vraagtags en retorische vragen vormen aanvullende vormen. Een vraagtag eindigt een zin met een korte vraag

Vraagvormen beïnvloeden communicatie, toon en register en spelen een belangrijke rol in zowel dagelijkse conversatie als

gekenmerkt
door
inversie
van
onderwerp
en
werkwoord,
soms
met
intonatie
in
gesproken
taal:
Heb
jij
het
bericht
al
gelezen?
Gaat
het
goed
met
je?
W-vragen
vragen
om
specifieke
informatie
en
maken
gebruik
van
een
vraagwoord
zoals
wie,
wat,
waar,
wanneer,
waarom,
hoe:
Waar
woon
je?
Wanneer
begint
de
vergadering?
Wat
is
jouw
mening?
wordt
gevraagd:
Wil
je
koffie
of
thee?
Deze
vorm
bevat
vaak
een
verbindingswoord
of
een
vraagwoord
samen
met
de
keuze.
af
waar
hij
woont.
Kun
je
me
vertellen
wat
tijd
het
is?
Indirecte
vragen
zijn
vaak
formeel
en
minder
direct
dan
directe
vragen.
zoals
hè,
toch
of
niet:
Het
regent,
hè?
Retorische
vragen
hoeven
meestal
geen
antwoord
uit
te
lokken
en
dienen
om
een
standpunt
te
benadrukken.
formele
lessen.