PATHvariabele
PATH-variabele is een omgevingsvariabele die een lijst bevat van directories waarin bestandsuitvoerbare programma's worden gezocht wanneer een gebruiker een commando invoert in een shell of commandoregel. De variabele bepaalt dus welke locaties het systeem doorzoekt om een uitvoerbaar bestand te vinden dat overeenkomt met de ingevoerde naam.
Werking en bereik. Wanneer een gebruiker een commando uitvoert, doorzoekt de shell de directories in PATH in
Formaat en platformverschillen. In Unix-achtige systemen worden PATH-elementen gescheiden door dubbele puntjes (:) terwijl Windows een puntkomma
Weergave en aanpassing. Om PATH te bekijken:
- Windows: echo %PATH% (cmd) of $Env:PATH (PowerShell)
- Linux/macOS: export PATH="$PATH:/nieuw/pad"
- Windows: set PATH=%PATH%;C:\nieuw\pad
- Linux/macOS: toevoeging aan ~/.bashrc, ~/.zshrc of ~/.profile
- Windows: via Systeeminstellingen > Geavanceerde systeeminstellingen > Omgevingsvariabelen of via setx
Overige punten. Houd PATH beknopt en vermijd schrijfbare directories; volgorde bepaalt welke versie van een programma