bereik

Bereik is een Nederlands zelfstandig naamwoord dat de omvang, afstand of invloed van iets aangeeft. Het kan verwijzen naar zowel fysieke afstand als naar figuurlijke reikwijdte.

In het dagelijks spraakgebruik wordt het begrip vaak gebruikt voor de operationele afstand van apparaten: het bereik van een afstandsbediening, een wifi-netwerk, of een radarsysteem. Het kan ook verwijzen naar de geografische reikwijdte van een zender of service, bijvoorbeeld het bereik van een zendmast.

In wiskunde betekent bereik de verzameling waarden die een functie kan aannemen (de beeldruimte). Het is daarmee het tegengestelde van het domein, dat de invoer omvat.

In bredere zin verwijst bereik naar invloed of toegankelijkheid: de reikwijdte van beleid, de maatschappelijke impact, of de mate waarin iets haalbaar is. Synoniemen zijn onder meer reikwijdte en omvang; afhankelijk van context kan ook 'omvang' worden gebruikt.

Etymologisch komt bereik van het werkwoord bereiken, dat 'aankomen bij' of 'halen' betekent. Het woord heeft verwantschap met het Engelse reach en is in het Nederlands ingeburgerd als zelfstandig naamwoord voor zowel fysieke als figuurlijke afstand of capaciteit.