Home

Orgaantransplantatie

Orgaantransplantatie is een medische ingreep waarbij een mislukt of ernstig aangetast orgaan wordt vervangen door een functionerend orgaan van een donor. Organen kunnen afkomstig zijn van een overleden donor of van een levende donor (meestal nier of een deel van lever of alvleesklier). De meest voorkomende getransplanteerde organen zijn nieren, lever, hart, longen, en alvleesklier; ook samengestelde weefsels of delen kunnen worden getransplanteerd.

Tijdens de toewijzing van organen wordt rekening gehouden met bloedgroep, immunologische compatibiliteit, medische urgentie, wachttijd en

Na de transplantatie krijgen patiënten immunosuppressieve medicatie om afstoting te voorkomen, meestal een combinatie van een

Ook na de ingreep is lange termijnzorg essentieel: regelmatige controles, bloedtesten, aanpassing van medicatie en soms

Ethiek en wetgeving rondom orgaandonatie variëren per land; meestal geldt een orgaandonatieprogramma met opt-in of opt-out

geografische
regels.
De
procedure
omvat
verwijdering
van
het
zieke
orgaan
en
het
plaatsen
van
het
donororgaan,
met
aansluiting
van
bloedvaten
en
galgangen
en
het
herstellen
van
de
bloedtoevoer.
calcineurine-inhibitor
(bijv.
tacrolimus),
een
antimetaboliet
(azathioprine
of
mycophenolaat
mofetil)
en
vaak
corticosteroïden.
Inductietherapie
en
andere
therapieën
bestaan.
Immunosuppressie
verhoogt
het
risico
op
infecties
en
bijwerkingen.
biopsieën
van
het
getransplanteerde
orgaan
om
afstoting
vroeg
te
signaleren.
Succespercentages
en
langetermijnuitkomsten
verschillen
per
orgaan,
maar
veel
patiënten
ervaren
verbeterde
levenskwaliteit
en
overleving.
systemen.
Een
tekort
aan
donororganen
blijft
een
wereldwijd
probleem,
wat
wachttijden
verlengt
en
druk
zet
op
zorgsystemen.