aansluiting

Aansluiting is een Nederlands zelfstandig naamwoord dat verbinding, koppeling of aansluiting tussen twee of meer elementen aanduidt, of de handeling van het aansluiten. Het woord is afgeleid van het werkwoord aansluiten. In vestiging en infrastructuur verwijst het vaak naar het fysieke contact tussen onderdelen, systemen of bronnen.

In technisch en bouwkundig opzicht is een aansluiting het punt waar twee onderdelen op elkaar worden aangesloten, bijvoorbeeld een kabel op een stopcontact, een pijp op een fitting of een apparaat op een netwerk. Bij nutsvoorzieningen betekent aansluiting meestal de servicekoppeling naar een woning of gebouw, zoals elektriciteits-, gas-, water-, riolerings- of breedbandverbinding. Een aansluiting vereist meestal toestemming, installatie door een erkend vakman en soms een vergoeding of meterplaats.

In transport en netwerken is een aansluiting een overgang of transfer tussen lijnen of modaliteiten, bijvoorbeeld een trein- of busverbinding op een afgesproken tijdschema. Goede aansluitingen verkorten wachttijden en verbeteren de reizigerservaring.

Ook in sociale of organisatorische context kan sprake zijn van aansluiting: affiliatie of lidmaatschap bij een groep, partij of netwerk. In informatica en systeembouw kan aansluiting verwijzen naar de koppeling tussen systemen of databases (interfaces).

Let op: termen als aansluitpunt (het fysieke punt van aansluiting) en verbindingen hebben soms overlapping maar krijgen specifieke betekenis afhankelijk van context.