Home

Laagspanningsnetten

Laagspanningsnetten zijn het deel van het elektriciteitsnet dat eindgebruikers van elektriciteit voorziet. In Europese praktijken ligt de laagspanningsinfrastructuur meestal onder cirka 1 kV wisselspanning. Voor woningen en kleine bedrijven geldt in de praktijk vaak 230 V enkelvoudig phase (enkelfasig) en 400 V driefasig, terwijl de netspanning bij grote afnemers en installaties hoger kan zijn binnen de LV-range. Laagspanningsnetten vormen de laatste schakel tussen het transformatorstation en de eindgebruiker.

Belangrijke onderdelen van laagspanningsnetten zijn onder meer kabel- en geleidingsnetten, distributie- en verdeelstations, transformatoren die MV-spanning

Laagspanningsnetten worden beheerd en beveiligd met onder meer beveiligingsautomaten (stroomonderbrekers), zekeringen en beschermings- en aardingssystemen. Het

Ontwikkelingen in laagspanningsnetten richten zich op modernisering en flexibiliteit, onder meer door integratie van decentrale opwekking

naar
LV
brengen,
en
verdeelkasten
bij
aansluitpunten.
Netwerken
hebben
doorgaans
een
radiale
topologie,
waarin
vanuit
één
punt
vertakkingen
naar
afnemers
lopen,
al
zijn
ook
ring-
en
meshvarianten
bekend
om
de
betrouwbaarheid
te
vergroten.
Aansluitpunten
en
bekabeling
zijn
aangewezen
op
veiligheid,
capaciteit
en
beperkt
verlies.
onderhoud,
de
naleving
van
regelgeving
en
de
aansluiting
van
eindgebruikers
vallen
onder
de
verantwoordelijkheid
van
distributed
system
operators
(DSO’s)
of
gelijkwaardige
netbeheerders.
Daarnaast
spelen
normen
en
standaarden
uit
de
Europese
en
nationale
regelgeving
een
rol
bij
ontwerp,
installatie
en
inspectie.
(zoals
zonnepanelen),
energiediensten
en
slimme
metering.
Doel
is
verbetering
van
betrouwbaarheid,
efficiëntie
en
aansluiting
op
grotere
systemen,
terwijl
veiligheid
en
gebruikerseenvoud
blijven
gewaarborgd.