Kauwproblemen

Kauwproblemen verwijzen naar moeilijkheden bij het kauwen en kunnen voortkomen uit aandoeningen aan tanden en kiezen, de kaak of de kauwspieren. Ze kunnen tijdelijk of chronisch zijn en variëren in ernst, van milde overlast tot pijnklachten die dagelijks functioneren belemmeren.

Veelvoorkomende oorzaken zijn malocclusie (ongelijke beet), slijtage door tandenknarsen (bruxisme), temporomandibulaire gewrichtsstoornissen (TMJ/TMJ), trauma of ontsteking, ontbrekende of slecht passende tanden en vochtige of degeneratieve aandoeningen van het kaakgewricht. Ook stress, verkeerde kaakgewoonten en afwijkingen in de kaakstand kunnen bijdragen.

Symptomen zijn pijn of gevoeligheid bij het kauwen, beperkte opening of zwakte van de kaak, klik- of schuurgeluiden uit het kaakgewricht, hoofdpijn, wang- of oorpijn en vermoeidheid van de kauwspieren. Soms ontstaan pijn in het gezicht, nek of schouders.

Diagnose wordt meestal vastgesteld door een tandarts of kaakarts via een klinisch onderzoek, gebitsafdrukken en beeldvorming zoals röntgenfoto’s, panoramische radiografie of CBCT. Soms is MRI nodig om zachte weefsels van het TMJ te beoordelen.

Behandeling is afhankelijk van de oorzaak en kan bestaan uit occlusale aanpassingen, orthodontie, een nachtbeugel om tandenknarsen te verminderen, fysiotherapie voor kauwspieren, pijn- en ontstekingsremmers, en in zeldzame gevallen chirurgie. Preventie richt zich op goede mondhygiëne, regelmatige controle, tijdige behandeling van occlusale problemen en aanpak van bruxisme. Prognose varieert; veel klachten verbeteren met passende behandeling, terwijl sommige chronelijk kunnen aanhouden.