Glycogeen
Glycogeen is de belangrijkste opslagvorm van glucose bij dieren en schimmels. Het is een vertakt polysaccharide dat vooral in lever en skeletspieren wordt aangetroffen en dient als snelle brandstofreserve voor beide weefsels.
Structuur en opslagkarakteristieken: glycogeen bestaat uit glucose-eenheden die via alfa-1,4-glycosidische bindingen aan lange ketens zijn gekoppeld,
Functie: glycogeen levert snelle energie tijdens periodes van vasten of lichamelijke inspanning. Leverglycogeen helpt de bloedglucosespiegel
Synthese, afbraak en regulatie: glycogeen wordt gesynthetiseerd door glycogensynthase en een vertakkingsenzym, vanuit glucose-1-fosfaat. Afbraak vindt
Klinische en fysiologische context: afwijkingen in glycogeenvorming of -afbraak leiden tot glycogenese-aandoeningen (glycogenoses), die vaak lever-