Home

glycogeenvorming

Glycogeenvorming, ook wel glycogenese genoemd, is het biosynthetische proces waarbij glucose wordt omgezet in glycogeen, de vertakte polymeer die als snelle opslagvorm van glucose fungeert. Bij mensen vindt glycogeenvorming vooral plaats in lever en skeletspierweefsel. In de lever dient glycogeen als reserve voor het handhaven van bloedglucose, terwijl in spierweefsel glycogeen vooral beschikbaar is voor lokale energievoorziening tijdens inspanning.

Het proces begint met glucose die wordt gefosforyleerd door hexokinase of, in de lever, glucokinase tot glucose-6-fosfaat.

Regulatie vindt plaats op meerdere niveaus. Insuline stimuleert glycogeenvorming door de activiteit van glycogen synthase te

Samengevat levert glycogeenvorming een snelle opslagplaats voor glucose, met organ-specifieke functies en regulatie afhankelijk van de

Door
omzetting
met
fosfoglucomutase
ontstaat
vervolgens
glucose-1-fosfaat,
waarna
UDP-glucose
ontstaat
via
UDP-glucose
pyrophosphorylase.
UDP-glucose
dient
als
donormolecuul
voor
de
opbouw
van
glycogeen.
Glycogen
synthase
voegt
herhaaldelijk
glas
glucose-units
toe
aan
een
groeitende
keten,
meestal
beginnend
bij
een
primer
die
door
glycogenine
wordt
gevormd.
De
groei
verloopt
vooral
via
α-1,4-glycosidische
koppelingen;
voor
vertakkingen
zorgt
branching
enzyme
(amylo-(1,4→1,6)-transglucosidase)
die
zijtakken
met
α-1,6-bindingen
introduceert.
verhogen,
mede
via
activatie
van
protein
phosphatase-1
(PP1),
die
glycogen
synthase
deactiverende
fosfaten
verwijdert.
Glucagon
en
adrenaline
activeren
de
cAMP-PKA-route,
wat
leidt
tot
fosforylering
van
glycogen
synthase
en
daarmee
een
afname
van
de
synthese
en
een
toename
van
glycogenolyse.
Allosterische
activatie
door
glucose-6-fosfaat
kan
de
activiteit
van
glycogen
synthase
eveneens
stimuleren.
voedings-
en
hormonale
toestand.