Home

Geurstoornissen

Geurstoornissen zijn aandoeningen van het reukvermogen. Ze kunnen aangeboren of verworven zijn. De belangrijkste vormen zijn anosmie (volledig geurverlies), hyposmie (verminderd reukvermogen), dysosmie (verstoorde geurwaarneming), parosmie (veranderde geuren bij aanwezige stimuli) en phantosmie (geurwaarneming zonder geurbron).

Oorzaken zijn onder meer aandoeningen van de neusholte en de luchtwegen zoals chronische rhinosinusitis, neuspoliepen en

Diagnose gebeurt op basis van anamnese en lichamelijk onderzoek, aangevuld met geurtesten zoals Sniffin' Sticks of

Behandeling hangt af van de oorzaak. Behandeling van rhinitis en sinusitis met intranasale corticosteroïden en zoutwaterneusspoelingen

Prognose en impact: herstelperioden variëren. Veel patiënten herstellen na een virale infectie binnen maanden; anderen verliezen

allergische
rhinitis;
neusobstructie
kan
het
reukvermogen
verminderen.
Infecties
zoals
verkoudheid,
griep
of
COVID-19
kunnen
het
reukvermogen
tijdelijk
of
langdurig
aantasten.
Hoofdtrauma
of
aandoeningen
die
de
olfactorische
zenuw
beschadigen
zijn
een
belangrijke
oorzaak.
Daarnaast
spelen
veroudering
en
neurodegeneratieve
ziekten
zoals
Parkinson
en
Alzheimer
een
rol.
Medicijnen,
blootstelling
aan
giftige
stoffen
en
rook
dragen
eveneens
bij
aan
geurstoornissen.
de
University
of
Pennsylvania
Smell
Identification
Test
(UPSIT).
Naar
behoefte
volgt
neus-endoscopie
en
beeldvorming
om
obstructie
of
intracraniële
oorzaken
uit
te
sluiten.
kan
reuk
herstellen.
Poliepen
kunnen
chirurgisch
worden
verwijderd.
Olfactietraining
(een
gestructureerde
reeks
van
regelmatige
geurtraining)
kan
bij
veel
mensen
de
reukfunctie
verbeteren.
Bij
neurodegeneratieve
aandoeningen
is
de
behandeling
beperkt
en
gericht
op
algemene
gezondheid
en
veiligheid.
Sommige
geuroorzaken
vereisen
geen
specifieke
behandeling.
hun
reuk
permanent.
Geurstoornissen
verminderen
de
kwaliteit
van
leven
en
kunnen
de
voeding
en
de
veiligheid
in
het
dagelijks
leven
beïnvloeden,
bijvoorbeeld
bij
het
detecteren
van
gaslekken
of
bedorven
voedsel.
De
prevalentie
neemt
toe
met
de
leeftijd
en
is
mogelijk
ondergerapporteerd.