Home

Effusies

Effusies zijn abnormale vochtophopingen in een lichaamsholte of ruimte. De meest voorkomende locaties zijn pleurale effusie (tussen long en borstkas), pericardiale effusie (in de pericardholte) en ascites (vocht in de buik); ook gewrichtseffusies komen voor.

Oorzaken ontstaan door een disbalans tussen vochtproductie en afvoer, of door veranderde vaatdoorlaatbaarheid. Effusies worden vaak

Klinische verschijnselen variëren naar locatie. Pleuraal effusie kan kortademigheid en pleurale pijn veroorzaken; pericardiale effusie kan

Diagnose gaat uit van lichamelijk onderzoek en beeldvorming (echografie, röntgenfoto’s of CT). De vloeistof wordt geanalyseerd

Behandeling richt zich op de onderliggende oorzaak en, indien nodig, drainage. Voorlichting en controle van symptoomverlichting

Prognose hangt sterk af van de onderliggende oorzaak en de respons op therapie.

onderverdeeld
in
transudaten
en
exsudaten.
Transudaten
ontstaan
bij
storingen
van
hydrostatische
of
colloïd-osmotische
druk,
bijvoorbeeld
bij
hartfalen,
levercirrose
of
nefrotisch
syndroom.
Exsudaten
ontstaan
bij
ontsteking,
infectie,
maligniteit
of
trauma,
waarbij
de
vaatwandpermeabiliteit
toeneemt.
Ook
chylous
effusies
door
lymfatische
obstructie
komen
voor,
bijvoorbeeld
bij
kanker
of
postsurgicale
schade.
tekenen
van
een
tamponade
geven;
ascites
leidt
tot
buikomvangstoename
en
ongemak;
gewrichtseffusies
tot
zwelling
en
beperking
van
beweging.
na
drainage:
eiwit-
en
LDH-niveaus
met
criteria
zoals
Light’s
criteria
bij
pleurale
effusies,
en
bij
ascites
vaak
de
SAAG
(serum-ascites-albuminegraad)
om
oorzaak
te
onderscheiden.
Verder
worden
microbiologie
en
cytologie
uitgevoerd.
kunnen
bestaan
uit
thoracentesis,
paracentese
of
pericardiocentesis;
bij
recidiverende
pleurale
effusies
kan
pleurodese
of
andere
herhaalde
drainage
overwogen
worden.
Diuretica
zijn
soms
nuttig
bij
transudaten;
behandeling
van
infectie,
lever-
of
hartziekte
is
cruciaal.