vaatdoorlaatbaarheid
Vaatdoorlaatbaarheid, ook wel capillaire vaatdoorlaatbaarheid genoemd, is het vermogen van bloedvaten om vloeistoffen en opgeloste stoffen door te laten tussen bloed en weefsel. De belangrijkste component is de endotheelbarrière, bestaande uit endotheelcellen met tight junctions en adherens junctions, de basale lamina en transcellulair transport.
De mate van doorlaatbaarheid varieert sterk tussen weefsels. Continu capillairen, zoals in spierweefsel, hebben een relatief
Mechanismen omvatten paracellulair transport tussen endotheelcellen en transcellulair vervoer via vesicles. Regulatie gebeurt door ontstekingsmediatoren en
Pathologisch kan verhoogde vaatdoorlaatbaarheid leiden tot edema en weefselvloeistofverlies, en speelt een rol bij ontstekingen, sepsis,
Metingen van vaatdoorlaatbaarheid omvatten in vivo methoden zoals Evans blue-die lektiemetingen en tracergebaseerde assays, en in