Aanpassen
Aanpassen is een Nederlands werkwoord met de kernbetekenis ‘wijzigen zodat iets beter aansluit bij wensen, omstandigheden of vereisten’. Het kan slaan op het veranderen van een object, het afstemmen van systemen of regels, of het aanpassen van eigen gedrag aan een nieuwe situatie. Het woord wordt in veel contexten gebruikt, van kleding tot technologie en beleid.
Etymologie en vorming: aan- is een voorvoegsel dat richting of toewijzing aanduidt, en passen betekent ‘geschikt
Gebruik en contexten: kleding kan worden aangepast (de jurk laten innemen, de broek korter maken). Software,
Grammaticale noten: wanneer aanpassen als separabel werkwoord wordt gebruikt, staat het deelwoord achter het object (passen
Zie ook: aanpassing, aanpassen als synoniem van wijzingen en afstemmen. Verwante begrippen zijn wijzigen, bijstellen en