Home

woordenboekenregels

Woordenboekenregels verwijzen naar de normen en procedures die lexicografen gebruiken bij het samenstellen en bewerken van woordenboeken. Ze bepalen welke woorden als lemmas worden opgenomen, hoe de gegevens worden gestructureerd en welke informatie in elke dictionary-entry verschijnt. Het doel is een consistente, duidelijk en reproduceerbaar naslagwerk te bieden voor taalgebruikers.

Een typische entry bevat meestal het lemma, deel van spraak, een uitspraaknotatie (vaak met fonetische weergave),

De regels voor lemma-selectie en indeling hangen af van het doel van het woordenboek. Algemene principes betreffen

Bij moderne lexicografie spelen digitale corpora, automatische analyse en consistentie tussen verschillende edities een grotere rol,

morfologische
informatie
(vervoegingen
en
verbuigingen),
en
verschillende
betekenissen
met
korte
definities.
Daarnaast
kunnen
voorbeelden
van
gebruik,
etymologie,
synoniemen
en
antoniemen,
aanduidingen
van
register
of
stijl,
en
verwijzingen
naar
verwante
woorden
of
afgeleide
vormen
voorkomen.
Soms
worden
ook
spellingsvarianten,
regionale
verschillen
en
opgaven
over
informele
of
vaktaal
apart
gemarkeerd.
alfabetische
ordening,
de
behandeling
van
diakritische
tekens
en
hoofdletters,
en
de
keuze
of
een
vorm
als
lemma
geldt
of
alleen
als
afleiding
wordt
gepresenteerd.
Daarnaast
bestaan
er
afspraken
over
terminologie,
afkortingen,
en
de
manier
waarop
etymologie
en
historische
ontwikkelingen
worden
weergegeven.
Spreiding
naar
verschillende
taalregisters
of
domeinen,
en
de
manier
waarop
leenwoorden
worden
opgenomen,
variëren
per
publicatie.
terwijl
traditionele
drukpublicaties
vaak
extra
aandacht
geven
aan
handmatige
revisie
en
heldere
gebruikersvriendelijke
indexing.
In
elk
geval
vormen
de
woordenboekenregels
het
kader
waarbinnen
taalvariatie
systematisch
wordt
vastgelegd
en
toegankelijk
gemaakt.