Home

weefselverlies

Weefselverlies is het verlies of ontbreken van weefsel in een beperkt gebied van het lichaam, meestal gepaard met een open wond. Het kan oppervlakkig zijn met verlies van opperhuid tot dieper liggend weefsel zoals dermis, onderhuids vet, spieren of bot. Oorzaken zijn accidentele verwondingen, brandwonden, drukplaatsen, ischemie door vaataandoeningen, infectie, stralingsschade, of verwijdering van weefsel door chirurgie. Mogelijke complicaties zijn necrose van omliggend weefsel en infectie.

Pathofysiologie: bij beschadiging raakt het weefsel verloren of sterft af. Het genezingsproces kan plaatsvinden door primaire

Diagnostiek: klinisch beeld en meting van de wondgrootte en -diepte; beoordeling van het wondbed (schone granulatieweefsel

Behandeling: afhankelijk van oorzaak en diepte. Belangrijke onderdelen zijn tijdige debridement van necrotisch of geïnfecteerd weefsel,

genezing,
waarbij
de
wondranden
elkaar
raken,
of
door
secundaire
genezing,
waarbij
de
wondranden
niet
direct
kunnen
sluiten
en
het
bed
vult
met
granulatieweefsel
en
epithelisatie.
Diep
weefselverlies
verhoogt
de
kans
op
littekenvorming
en
functionele
beperking.
versus
necrose
of
slough/eschar);
beeldvorming
indien
nodig
om
betrokken
dieper
liggend
structuren
vast
te
stellen;
laboratoriumonderzoek
bij
vermoeden
van
infectie.
wondzorg
met
geschikte
dressings,
controle
van
infectie,
en
het
optimaliseren
van
de
wondomgeving.
Bij
diep
of
veel
weefselverlies
kunnen
reconstructieve
opties
nodig
zijn,
zoals
huidtransplantatie
of
lokoregionale
of
vrije
flapchirurgie.
Revascularisatie
en
behandeling
van
onderliggende
aandoeningen
(diabetes,
vasculaire
problemen)
kunnen
genezing
bevorderen.
Preventie
richt
zich
op
drukontlasting,
goede
voeding,
controle
van
onderliggende
ziekten
en
goede
wondzorg.