vormregels

Vormregels, letterlijk regels voor vorm, zijn voorschriften die bepalen hoe iets eruitziet en hoe het gestructureerd moet zijn. Ze richten zich op de vorm van communicatiemiddelen, teksten en documenten en geven aan wat acceptabel is wat betreft opmaak, spelling en presentatie. Vormregels onderscheiden zich van inhoudelijke regels, die betrekking hebben op wat er gezegd of bedoeld wordt.

In taal en schrijven omvatten vormregels onder meer de toepassing van hoofdletters, interpunctie en aanhalingstekens, het gebruik van koppeltekenen en afkortingen, en de weergave van getallen en data. In morfologische zin spreken we ook wel van vormregels die bepalen hoe woorden veranderen onder invloed van tijd, getal en grammaticale functies, zoals vervoegingen en meervoudsvormen.

In publicaties en officiële documenten gelden vormregels voor lay-out en presentatie, zoals marges, lettertype, regelafstand en de structuur van brieven en rapporten. Binnen communicatie en media zorgen vormregels ervoor dat teksten eenduidig en professioneel ogen.

In onderwijs en beleid worden vormregels vastgelegd in stijl- en redactieregels. In de Nederlandstalige wereld bestaan diverse stijlgidsen en handboeken die deze regels samenvatten en toepassen in onderwijs, media en bedrijfsleven. Deze regels zijn overdrachtelijk prescriptief en kunnen per context variëren en in de loop der tijd veranderen. Vormregels vormen daarmee een fundamenteel onderdeel van taalgebruik en documentontwerp.