Home

uitvinden

Uitvinden is een Nederlands werkwoord met de betekenissen “to invent” (iets nieuws creëren) en “to figure out” of “to discover” (iets achterhalen of uitzoeken). Het kan dus zowel slaan op het scheppen van nieuwe apparaten, werkwijzen of ideeën als op het achterhalen van hoe iets werkt of werkt moet worden. In de praktijk wordt uitvinden veel gebruikt in zowel technologische, wetenschappelijke als alledaagse contexten.

Etymologie en nuance: uitvinden is opgebouwd uit het voorvoegsel uit- en vinden (vinden). De toevoeging benadrukt

Gebruik en vormen: als het gaat om een nieuw apparaat, product of idee gebruik je uitvinden met

Vulbare verwante termen zijn onder meer uitvinding (het zelfstandig naamwoord), uitvinder/uitvindster (de persoon die iets uitvindt)

het
idee
van
scheppen
of
ontginnen
door
menselijk
ingrijpen
en
inzicht.
Oorspronkelijk
drong
de
betekenis
van
“ontdekken”
of
“uitzoeken
wat
er
aan
de
hand
is”
door,
maar
tegenwoordig
ligt
de
focus
vaker
op
het
maken
van
iets
nieuws.
In
combinatie
met
werkwoorden
als
hoe,
wat
of
een
object
kan
uitvinden
ook
betekenen:
“uitvinden
hoe
het
werkt”
of
“uitvinden
wat
er
mis
is”.
een
direct
object,
bijvoorbeeld:
“een
nieuw
apparaat
uitvinden”
of
“een
oplossing
uitvinden”.
In
de
zin
van
ontdekken
of
achterhalen
kun
je
zeggen:
“We
moeten
uitvinden
wat
er
fout
gaat.”
Het
voltooid
deelwoord
is
uitgevonden,
en
hiervoor
wordt
vaak
hebben
gebruikt:
“De
uitvinder
heeft
een
uitvinding
uitgevonden.”
en
verwante
termen
zoals
ontwerpen
en
ontwikkelen.