uitgemaakt
Uitgemaakt is het voltooid deelwoord van het Nederlandse werkwoord uitmaken. Het woord heeft meerdere betekenissen en wordt in verschillende contexten gebruikt: het uitschakelen of uitzetten van een apparaat, het beëindigen van een relatie, en het besluiten of afronden van een zaak.
Toepassing als uitschakelen: uitmaken wordt veel gebruikt voor het uitschakelen van iets. Voorbeelden zijn: “de lamp
Toepassing als beëindigen van een relatie: in informeel taalgebruik betekent uitmaken vaak het beëindigen van een
Toepassing als besluit of afronding: in bredere zin kan uitmaken betekenen dat een beslissing is genomen of
Etymologie en gebruik: het werkwoord is samengesteld uit het prefix uit- en maken. Het prefix suggereert afsluiting,