Home

uitschakelen

Uitschakelen is een Nederlands werkwoord met de kernbetekenis 'uitzetten' of 'de werking stoppen'. Het woord is afgeleid van uit- (van richting weg) en schakelen (overschakelen of verbinden). Het kan zowel letterlijk als figuurlijk worden gebruikt.

Letterlijk/technisch: uitschakelen verwijst naar het stoppen van elektriciteit of van een apparaat, systeem of functie door

Figuurlijk: uitschakelen kan ook betekenen het verwijderen van een optie, het neutraliseren van een dreiging of

Conjugatie en grammaticaal gebruik: uitschakelen is een separabel werkwoord; tegenwoordige tijd ik schakel uit, jij schakelt

middel
van
een
schakelaar,
een
software-actie
of
een
automatiseringsregel.
Voorbeelden
zijn
het
uitschakelen
van
de
stroom,
het
uitschakelen
van
een
computerprogramma
of
het
uitschakelen
van
een
account
of
dienst
in
een
netwerk.
In
ICT-terminologie
onderscheidt
men
soms
tussen
uitschakelen
(deactiveren)
en
uitzetten
(fysiek
stoppen).
het
elimineren
van
een
tegenstander.
In
sport
en
spel
wordt
iemand
vaak
'uitgeschakeld'
wanneer
deelname
niet
langer
mogelijk
is.
In
criminele
context
kan
uitschakelen
verwijzen
naar
het
neutraliseren
van
een
persoon;
dit
gebruik
is
beladen
en
vereist
zorgvuldige
lectuur,
omdat
het
naar
geweld
kan
verwijzen.
uit,
hij
schakelt
uit;
voltooid
deelwoord
uitgeschakeld;
infinitief:
uitschakelen.
Het
woord
komt
vaak
voor
in
technische
handleidingen,
veiligheidsinstructies
en
informaticadocumenten.