Home

tuberculosebehandelingen

Tuberculosebehandelingen verwijst naar de medische zorg die nodig is om actieve tuberculose te genezen en verspreiding te voorkomen. De behandeling wordt bepaald door de gevoeligheid van Mycobacterium tuberculosis voor geneesmiddelen. Bij drug-sensitieve tuberculose is de standaardbehandeling meestal opgedeeld in twee fasen: een initiële fase van twee maanden met vier geneesmiddelen—isoniazide, rifampicine, pyrazinamide en ethambol—gevolgd door een voortzettingsfase van vier maanden met isoniazide en rifampicine. In veel landen wordt therapietrouw bewaakt via Directe Observatie van de Therapie (DOT).

Latente tuberculose-infectie (LTBI) wordt behandeld om activatie te voorkomen bij personen met hoog risico. Opties omvatten

Monitoring en bijwerkingen: Tijdens behandeling worden klinische controles uitgevoerd, vaak met symptomen, röntgen en microbiologische testen.

Publiek gezondheidsaspecten: Behandeling van tuberculose vereist samenwerking tussen zorgverleners, publieke gezondheid en maatschappelijke ondersteuning. Directe observatie

6-9
maanden
isoniazide
of
4
maanden
rifampicine;
in
sommige
richtlijnen
kan
ook
12
weken
wekelijks
rifapentine
plus
isoniazide
worden
aanbevolen.
Voor
MDR-TB
zijn
langere
en
complexere
regimens
nodig,
doorgaans
18-24
maanden,
met
tweede-lijnsgeneesmiddelen
zoals
fluoroquinolonen
en
aanvullende
middelen;
in
sommige
gevallen
kunnen
kortere
regimes
of
inzet
van
nieuwe
middelen
zoals
bedaquiline,
delamanid
of
pretomanid
worden
toegepast,
afhankelijk
van
lokale
richtlijnen
en
beschikbaarheid.
Leverfunctie
en
nierfunctie
worden
regelmatig
gecontroleerd
vanwege
hepatotoxiciteit.
Geneesmiddelen
kunnen
bijwerkingen
geven
zoals
neuropathie
bij
isoniazide
en
oogbeschadiging
bij
ethambutol;
interacties
met
andere
medicijnen,
zoals
antiretrovirale
therapie
bij
HIV,
zijn
mogelijk.
Bij
zwangeren
en
borstvoeding
worden
aangepaste
regimens
gebruikt.
Patiënten
worden
aangemoedigd
om
bijwerkingen
onmiddellijk
te
melden.
van
therapie
en
contactonderzoek
zijn
belangrijke
componenten.
Infectiepreventie
in
zorginstellingen
en
vaccinatiebeleid
dragen
bij
aan
controle
van
TB
en
resistentiebestrijding.