bewaakt

Bewaakt is het voltooid deelwoord van het Nederlandse werkwoord bewaken, wat betekent: beschermen, in de gaten houden of toezicht houden op iets of iemand. Het kan zowel een werkwoordelijke betekenis hebben in combinatie met een hulpwerkwoord (perfectum) als een bijvoeglijke bepaling die een toestand beschrijft, bijvoorbeeld een gebied dat onder toezicht staat.

Etymologie en vormen: bewaken is samengesteld uit be- (een prefix met algemene betrekking of versterking) en waken (toezicht houden). Het woord heeft verwante vormen zoals bewaakt (voltooid deelwoord), bewaakt(e) in de verleden tijd (ik bewaakte), en bewaakt(e)n in de verleden tijd voor meerdere personen (wij bewaakten). In de passieve stem wordt vaak gezegd: Het gebied wordt bewaakt; De grens is bewaakt.

Gebruik en connotaties: bewaakt wordt veel gebruikt in contexten van veiligheid en surveillance, zoals beveiliging van gebouwen, grenzen, evenementen of digitale systemen (monitoring en beveiligingsbewaking). Daarnaast kan bewaakt als bijvoeglijk naamwoord aangeven dat iets onder toezicht staat, bijvoorbeeld een bewaakt gebied, een bewaakte deur of een bewaakt netwerk. Het woord is neutraal van toon en is gangbaar in zowel formele als informele teksten.

Voorbeelden: De luchthaven wordt 24/7 bewaakt door beveiligingspersoneel. De toegangscontrole zorgt ervoor dat de ingang bewaakt blijft. Het systeem houdt continu de integriteit van de data in de gaten en bewaakt afwijkingen. In juridische of politiecontext kan men spreken van “onder toezicht bewaakt gebied.”

Zie ook: Bewaking, Bewaker, Toezicht. Een bewaakt beheer vormt een fundamenteel onderdeel van beveiligingspraktijken en risicobeheer.