tafeldruiven

Tafeldruiven zijn druiven die speciaal bedoeld zijn voor rauwe consumptie. In tegenstelling tot wijnranken en gedroogde variëteiten worden tafeldruiven geteeld om direct gegeten te worden. Ze zijn meestal zoet en sappig, hebben dunne schillen en komen vaak zonder pitten voor. Tafeldruiven worden wereldwijd commercieel geteeld en in trossen verkocht via supermarkten en markten.

Variëteiten variëren in kleur van groen tot geel, rood en paars. Een veel voorkomende groep zijn seedless variëteiten zoals Thompson Seedless (ook bekend als Sultanina) en Flame Seedless. Andere populaire keuzes zijn Red Globe en Italia, die wat groter kunnen zijn en een stevig vruchtvlees hebben.

Teelt: Tafeldruiven groeien aan wijnstokken die met draden of pergola's worden geleid. Ze hebben een warm tot heet klimaat nodig met een lange groeiperiode. Moderne teeltpraktijken richten zich op het produceren van uniforme clusters, snoei, irrigatie en bestrijding van plagen en ziekten.

Oogst en opslag: Oogst vindt meestal plaats in de late zomer tot vroege herfst in noordelijke streken. De trossen worden vaak met de hand geplukt om beschadiging te voorkomen. Na de oogst worden tafeldruiven gekoeld bewaard en vervoerd; bij koeling blijven ze meestal enkele weken houdbaar, afhankelijk van variëteit en rijpheid.

Voedingswaarde en gebruik: Tafeldruiven bestaan voor een groot deel uit water en natuurlijke suikers en leveren vezels en vitaminen zoals C en K, evenals polyfenolen die in rode variëteiten aanwezig zijn. Ze worden vooral gegeten als vers fruit, maar kunnen ook in salades, desserts of sappen worden verwerkt.

Economische context: Tafeldruiven vormen een belangrijke handelswaar. Ze worden wereldwijd geproduceerd in landen met geschikt klimaat zoals Spanje, Italië, Californië, Turkije, Zuid-Afrika en Chili, en vormen een belangrijke bron van exportinkomsten voor meerdere regio's.