Home

Variëteiten

Variëteit (meervoud variëteiten) is een intraspecifieke groep binnen een soort die zich onderscheidt door erfelijk bepaalde kenmerken. Variëteiten ontstaan zowel natuurlijk door genetische variatie als door menselijke selectie en teelt. Kenmerken die variëteiten onderscheiden kunnen morfologische eigenschappen, bloeitijden, vruchtproductie of ziekteresistentie zijn, en ze blijven doorgaans stabiel bij voortplanting onder vergelijkbare omstandigheden. In de botanische nomenclatuur is variëteit een erkende rang onder de soort en wordt deze aangeduid met var. achter de soortnaam, bijvoorbeeld Solanum lycopersicum var. cerasiforme.

Wat betreft cultivars: in de tuinbouw en landbouw wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen variëteit als taxonomische

Namen en gebruik: variëteiten komen voor in natuurplanten en in gecultiveerde vormen in tuinen en akkers. Een

Relatie tot andere rangen: variëteit ligt onder de soort; naast variëteit bestaan ook infra-specia-rangen zoals subspecies

rang
en
cultivar
als
gecultiveerde
vorm.
Cultivars
zijn
door
mensen
geselecteerde
of
geïntroduceerde
vormen
die
doorgaans
via
clonale
vermeerdering
worden
voortgezet
om
de
eigenschappen
te
behouden.
Cultivar-namen
staan
meestal
tussen
aanhalingstekens,
bijvoorbeeld
Malus
domestica
'Gala'
of
Rosa
hybrida
'Peace'.
variëteit
kan
natuurlijk
voorkomen
of
door
menselijk
handelen
zijn
vastgesteld;
wanneer
de
eigenschappen
stabiel
blijven
bij
vermeerderen,
kan
de
variëteit
als
cultivar
worden
toegepast
in
handel
en
teelt.
en
forma
(f.).
Variëteiten
kunnen
natuurlijk
voorkomen
of
gecultiveerd
zijn;
wanneer
ze
commercieel
worden
verhandeld
en
reproductie‑bestendige
eigenschappen
hebben,
spreken
we
meestal
van
cultivars
en
kunnen
rechten
verbonden
zijn
aan
de
variëteit.