commercieel

Commercieel is een bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands dat betrekking heeft op handel en commercie, of op activiteiten en doelstellingen die gericht zijn op verkoop, markt en winst. Het kan verwijzen naar een persoon met een commerciële instelling, naar afdelingen zoals de commerciële afdeling, of naar beleid en strategieën met oog voor marktvraag en omzetgroei. In het dagelijks taalgebruik wordt commercieel ook gebruikt om reclame-, sales- en marketingactiviteiten aan te duiden, bijvoorbeeld commerciële reclame of commerciële aanbiedingen. In bredere zin betekent commercieel marktgericht of rendabel.

Het begrip staat vaak tegenover niet-commercieel of maatschappelijk niet-gerelateerd. Het woord wordt in bedrijfs- en marketingcontexten veelvuldig gebruikt: een commercieel directeur, een commercieel medewerker, of commercieel beleid omvatten verkoop, prijszetting, klantenrelaties en marktanalyse.

Etymologie: commercieel is afgeleid van commercie, en van het Franse commercial, met wortels in het Latijn commercium. Het deelwoord- en adjectiefvertaal kan als een gebruikelijke Nederlandse uitgang worden gezien die het begrip formuleert.

Net als in het Engels heeft commercieel soms een positieve, doelgerichte connotatie (gericht op omzetgroei en marktaandeel), maar in neutrale context blijft het beschrijvend: activiteiten en entiteiten met een markt- of verkoopfunctie, in tegenstelling tot niet-commerciële of ideële doeleinden.

Zie ook: commercie, marketing, verkoop.