Home

spraakapraxie

Spraakapraxie, ook wel apraxie van spraak genoemd, is een neurologische motorische spraakstoornis die het plannen en programmeren van de bewegingen die nodig zijn voor spraak verstoort. Het probleem ligt in de spraakplanning en -orde, niet in spierkracht of begrip van taal. Daardoor kunnen articulatie, prosodie en tempo onregelmatig zijn, terwijl hoorbare taalbegrip vaak nog intact is.

Er bestaan twee hoofdtypen: acquired spraakapraxie en ontwikkelingsspraakapraxie. Acquired spraakapraxie ontstaat na hersenbeschadiging, meestal in de

Symptomen zijn onder andere onregelmatige articulatiefouten die per poging kunnen variëren, duidelijke greepbewegingen bij het vormen

Diagnose wordt gesteld door een logopedist via observatie van spraak en motorische spraakplanning, vaak met gestandaardiseerde

Behandeling richt zich op motorplanning en -programmatie: intensieve, repetitieve en gestructureerde logopedie, vaak met gerichte cues

Prognose varieert. Bij verworven AOS hangt uitkomst af van de aard en omvang van de schade en

linker
hersenhelft
bij
bijvoorbeeld
een
beroerte,
traumatisch
hersenletsel
of
neurodegeneratieve
aandoeningen.
Ontwikkelingsspraakapraxie
(DAS)
verschijnt
bij
kinderen
zonder
bekend
letsel
en
komt
vaak
samen
met
andere
taal-
en
spraakontwikkelingsproblemen.
van
klanken
(groping),
traag
en
moeizaam
spreken,
en
verstoorde
klemtoon
of
ritme.
Langere
woorden
en
zinnen
zijn
vaak
moeilijker
dan
korte
of
automatische
uitingen.
Patiënten
kunnen
beter
functioneren
bij
automatische
of
routinespreek
dan
bij
doelgerichte
spraak.
toetsen
en
uitsluiting
van
andere
aandoeningen
zoals
dysartrie
of
fonologische
stoornissen.
Beeldvorming
helpt
yleensä
bij
het
identificeren
van
letsel
maar
levert
geen
definitieve
diagnose.
(articulatorische
plaatsing,
tempo-
en
rytmische
ondersteuning)
en
soms
gespecialiseerde
benaderingen
zoals
PROMPT.
In
sommige
gevallen
worden
aanvullende
communicatiemiddelen
ingezet
ter
ondersteuning.
de
revalidatie.
Bij
ontwikkelingsspraakapraxie
kan
verbetering
optreden
met
vroege
en
intensieve
therapie,
maar
spraakproblemen
kunnen
persistente
uitdagingen
vormen.