Home

rhinovirussen

Rhinovirussen zijn een groep virussen binnen de familie Picornaviridae, genus Enterovirus. Ze zijn niet-omhuld en hebben een single-stranded positief-sense RNA-genoom; de virussen zijn circa 30 nanometer in diameter. De rhinovirussen worden onderverdeeld in RV-A, RV-B en RV-C. RV-A en RV-B bevatten veel serotypen, terwijl RV-C in 2006 werd geïdentificeerd en geassocieerd is met ernstigere luchtweginfecties bij kinderen. De virussen gebruiken verschillende celreceptoren, waaronder ICAM-1 (CD54) voor de major group en de LDL-receptorfamilie voor de minor group; RV-C maakt gebruik van CDHR3 als receptor.

Rhinovirussen infecteren vooral de neus en de bovenste luchtwegen en veroorzaken meestal milde verkoudheidsklachten: loopneus, keelpijn,

Diagnose en behandeling: Klinische diagnose volstaat vaak; PCR kan in laboratoria worden toegepast. Er bestaat geen

niesbuien
en
hoesten,
soms
met
lichte
koorts.
Ze
groeien
het
best
bij
circa
33°C,
wat
bijdraagt
aan
hun
tropisme
voor
de
neus.
Overdracht
vindt
plaats
via
druppels,
direct
contact
en
besmette
oppervlakken;
mensen
kunnen
aanstekelijk
zijn
voordat
symptomen
ontstaan
en
tijdens
de
ziekteperiode.
Het
virus
is
het
hele
jaar
door
aanwezig,
met
variërende
pieken
per
regio,
vaak
in
de
herfst
en
lente.
Bij
jonge
kinderen
en
bij
mensen
met
astma
of
COPD
kunnen
complicaties
of
exacerbaties
optreden.
universeel
vaccin
tegen
rhinovirussen
vanwege
de
hoge
antigenische
diversiteit;
antivirale
opties
zijn
beperkt
en
behandeling
is
doorgaans
ondersteunend.
Preventie
richt
zich
op
goede
handhygiëne,
vermijden
van
aanraking
van
neus
en
ogen,
en
regelmatige
reiniging
van
oppervlakken.
Rhinovirussen
blijven
een
belangrijke
oorzaak
van
milde
tot
matige
luchtweginfecties
en
kunnen
bijdragen
aan
verzuim
en
complicaties
bij
risicogroepen.