Home

plantenfysiologie

Plantenfysiologie is de wetenschappelijke studie van de fysiologische processen in planten op cellulair, weefsel- en organismenniveau. Het onderzoekt hoe planten energie vastleggen en gebruiken, hoe ze water en mineralen opnemen en transporteren, en hoe zij groeien, zich ontwikkelen en voortplanting mogelijk maken. Kernprocessen zijn fotosynthese, ademhaling, watertransport en de opname en distributie van nutriënten.

Fotosynthese vindt plaats in chloroplasten en zet lichtenergie om in chemische energie; koolstofdioxide en water worden

Rol van hormonen: auxine, gibberellines, cytokininen, absciseerzuur en ethyleen sturen groei, ontwikkeling en stressrespons. Signaaltransductie, fotoperiodisme

Aanpassingsfysiologie: planten passen zich aan droogte, zout, hitte en kou aan via mechanismen zoals stomata-regulatie, osmatische

Onderzoekspraktijk: modellensoorten zoals Arabidopsis thaliana, variatie in bouw en fysiologie. Methoden omvatten biochemie, genomica, transcriptomica en

omgezet
in
suikers.
Ademhaling
breekt
deze
suikers
af
voor
energie
en
bouwstenen.
Transpiratie
koppelt
waterverlies
aan
wateropname
en
temperatuurregeling
via
de
huidmondjes.
Zij
transporteren
water
en
mineralen
door
xyleem;
en
organische
stoffen,
suikers
en
signaalmoleculen
worden
door
phloëem
verdeeld.
Essentiële
voedingsstoffen
zoals
stikstof,
fosfor,
kalium,
calcium,
magnesium
en
zwavel
zijn
nodig
voor
groei,
enzymactiviteit
en
structurele
functies.
en
circadiane
ritmes
koppelen
intern
metabolisme
aan
omgevingsfluctuaties.
Morphogenese
en
tropismen
bepalen
vormen
en
oriëntatie
van
planten
onder
licht
en
zwaartekracht.
aanpassing
en
veranderingen
in
membraanlipiden.
Bescherming
tegen
fotoschade
en
redoxcontrole
is
cruciaal
onder
stress.
fenotypering.
In
de
landbouw
en
bosbouw
informeren
inzichten
in
plantenfysiologie
over
gewasprestaties,
waterbeheer
en
klimaatbestendigheid.