vastleggen

Vastleggen is een Nederlands werkwoord met meerdere verwante betekenissen. Het kan betekenen dat je iets fysiek fixeert of dat je informatie op een duurzame manier vastlegt. In de meeste hedendaagse contexten richt het zich op het registreren en documenteren van feiten, data en afspraken, of op het opnemen van beelden en geluid.

Oorspronkelijk komt het woord van vast (fixed) en leggen (to lay). Het duidt op het in een definitieve, onveranderlijke vorm brengen van iets, zodat het later kan worden geraadpleegd of nagekeken.

Voorbeelden van gebruik: feiten vastleggen in een rapport, afspraken vastleggen in een contract, of procedures vastleggen in een werkinstructie. Gegevens vastleggen in een database of logboek. Beelden en geluid vastleggen met een camera of microfoon. In journalistiek, onderzoek en administratie is vastleggen een fundamenteel proces om een duidelijke en repliceerbare registratie te waarborgen.

Nuances en verwante termen: vastleggen benadrukt meestal het creëren van een stabiel en verifieerbaar record. Opnemen legt de nadruk op het capturen van audio- of videomateriaal. Registreren verwijst vaak naar formeel in systemen zetten, bijvoorbeeld in databases of registratiesystemen. Documenteren impliceert doorgaans een grondige, uitgebreide beschrijving van feiten en gebeurtenissen.