Home

zwavel

Zwavel (symbool S, atoomnummer 16) is een niet-metaal uit groep 16 van het periodiek systeem, de chalcogenen. Het komt veel voor in de aardkorst en in vulkanische omgevingen, zowel als elementair zwavel als in sulfiden. Elementair zwavel is geel en bros; in de vaste toestand bestaan zwavelmoleculen hoofdzakelijk uit S8-ringstructuren. Bij kamertemperatuur zijn er twee allotrope vormen: orthorhombisch α-zwavel en monoclinisch β-zwavel; bij hogere temperaturen kan zwavel polymeriseren tot langere vormen.

Fysische eigenschappen: smeltpunt 115,21°C; kookpunt 444,6°C; dichtheid 2,07 g/cm3 (vast). Het is slecht oplosbaar in water

Natuur en productie: industrieel wordt zwavel grotendeels geproduceerd bij de verwerking van sulfideert ore en bij

Toepassingen: zwavel is cruciaal voor de productie van zwavelzuur via het contactproces; het wordt ook gebruikt

Veiligheid: bij verbranding vormt zwavel zwaveldioxide (SO2), een irriterend gas. Inademing van zwaveldamp of stof kan

Etymologie: de naam komt van het Latijn sulfur; in het Nederlands is zwavel de gebruikelijke aanduiding.

en
oplosbaar
in
sommige
niet-polaire
oplosmiddelen
zoals
koolstofdisulfide
(CS2).
de
verwijdering
van
H2S
in
aardgas-
en
olieraffinage;
via
het
Claus-proces
wordt
uit
H2S
zwavel
teruggewonnen.
Natuurlijke
bronnen
zijn
vulkanische
emissies
en
zwavelhoudende
mineralen.
in
vulkanisatie
van
rubber,
als
meststof
(sulfaatzouten)
en
in
de
vervaardiging
van
diverse
chemische
stoffen
en
medicijnen.
ademhalingsproblemen
veroorzaken;
bewaren
op
een
droge,
goed
geventileerde
plek.