Home

perfusiedruk

Perfusiedruk is de druk die de perfusie van weefsels en organen aandrijft, oftewel de druk die het bloed door de microcirculatie laat stromen zodat zuurstof en nutriënten bij de cellen komen. In de medische praktijk wordt perfusiedruk meestal gezien als een drukverschil: de inflowdruk min de downstreamdruk. Een veelgebruikte benadering voor het systemische gebied is perfusiedruk ≈ middelbare arteriële druk (MAP) minus centrale veneuze druk (CVP) of rechter atriumdruk; voor de hersenen is er een specifieke maat: cerebrale perfusiedruk (CPP) = MAP − intracraniële druk (ICP).

Metingen en monitoring zijn cruciaal om perfusiedruk te beoordelen. MAP wordt vaak gemeten via een arteriële

Belang en klinische relevantie. Een voldoende perfusiedruk is essentieel voor weefseldoorslag van zuurstof en afvoer van

Beperkingen. Perfusiedruk is slechts een maat voor de drijvende kracht achter perfusie; microcirculatie, autoregulatie, cardiale output

lijn,
ICP
via
invasieve
monitoren
en
CVP
via
een
centrale
veneuze
lijn.
In
klinische
situaties
kan
men
vasopressoren
of
fluids
gebruiken
om
de
perfusiedruk
op
peil
te
houden,
bijvoorbeeld
bij
shock,
anesthesie
of
ernstig
trauma.
kooldioxide.
Te
lage
perfusiedruk
kan
leiden
tot
weefselischemie
en
orgaanfalen;
te
hoge
druk
kan
edema
of
andere
schade
veroorzaken.
Richtlijnen
geven
vaak
doelwaardes
als
MAP
≥
~65
mmHg
in
veel
kritisch
zieke
patiënten,
en
CPP
die
meestal
tussen
50
en
70
mmHg
ligt
om
cerebrale
ischemie
te
voorkomen.
De
exacte
grens
is
however
afhankelijk
van
het
weefsel
en
de
patiënt.
en
vasculaire
weerstand
bepalen
mede
de
daadwerkelijke
bloedstroom.
Regional
verschillen
betekenen
dat
één
waarde
niet
overal
hetzelfde
risico
kent.