Home

onzekerheidsverschillen

Onzekerheidsverschillen verwijzen naar verschillen tussen de onzekerheidsbeoordelingen die aan metingen of berekeningen worden toegekend. Ze ontstaan wanneer twee of meer bronnen, methoden of omstandigheden hetzelfde feit proberen te bepalen maar verschillende bronnen van onzekerheid aantrekken of verschillende aannames hanteren. Een leiderschap in onzekerheid kan optreden bij interlaboratoriummetingen, bij het gebruik van alternatieve meetmethoden of bij modelmatige extrapolaties.

Oorzaken van onzekerheidsverschillen zijn onder meer verschillen in instrumenten en kalibratie, steekproefomvang en representativiteit, meetcondities, data-verwerking

Beoordeling en vergelijking van onzekerheidsverschillen gebeurt door het vergelijken van onzekerheidsbudgetten, standaardonzekerheden en betrouwbaarheidsintervallen. Methoden zoals

Impact en toepassing: onzekerheidsverschillen zijn relevant voor kwaliteitscontrole, risicobeoordeling en besluitvorming in wetenschap en industrie. Ze

en
modelkeuzes.
Daarnaast
spelen
onderscheid
tussen
statistische
(Type
A)
onzekerheden
die
uit
de
meetdata
zelf
voortkomen
en
systematische
(Type
B)
onzekerheden
die
voortvloeien
uit
kennis,
aannames
en
stuurinformatie.
Ook
truncaties,
bias
en
foutbronnen
in
de
referentiemetingen
dragen
bij
aan
verschillen
in
onzekerheidsopgaven.
propagatie
van
onzekerheid,
Monte
Carlo
simulaties
en
Bayesiaanse
benaderingen
worden
gebruikt
om
de
impact
van
verschillen
te
kwantificeren.
In
de
metrologie
levert
dit
inzicht
in
de
samenhang
of
discrepanties
tussen
waarnemingen
en
helpt
het
bij
validatie
van
modellen
en
resultaten.
onderstrepen
het
belang
van
transparante
rapportage,
traceerbaarheid
van
kalibraties
en
harmonisatie
van
meetprocedures.
Het
beheren
van
onzekerheidsverschillen
vereist
documentatie
van
alle
onzekerheidsbronnen
en,
waar
mogelijk,
gezamenlijke
kalibratie
en
integratie
van
onzekerheidsbudgets
volgens
gevestigde
richtlijnen.