voortvloeien

Voortvloeien is een Nederlands werkwoord dat aangeeft dat iets voortkomt uit of afgeleid is van eerder genoemde feiten, premissen of omstandigheden. Het geeft aan dat een gevolg, conclusie of fenomeen logisch volgt uit wat eraan voorafging. Het woord wordt vooral gebruikt in formele, academische, juridische en analytische taal.

Etymologie en betekeniscontext: voortvloeien is samengesteld uit voort- (voorwaarts, verder vooruit) en vloeien (stromen). In combinatie met een bron wordt vaak gezegd dat iets uit die bron “vloeit voort” of “voortvloeit uit” die bron. Het is verwant aan synoniemen als afleiden uit, concluderen uit en voortkomen uit. In alledaagse spreektaal komt het minder vaak voor, maar in wetenschappelijke teksten en jurisprudentie blijft het gangbaar.

Gebruik en voorbeelden: voortvloeien duidt aan dat een gedachte of conclusie logisch volgt uit eerdere premissen of feiten. Typische constructies zijn: Uit X vloeit voort dat Y, of Y vloeit voort uit X. Voorbeelden: Uit de bevindingen vloeit voort dat de hypothese bevestigd wordt. De conclusie vloeit voort uit de data. Het woord draagt een formele toon en wordt veel gebruikt bij beschrijvende, analytische teksten.

Zie ook: afleiden uit, voortvloeien uit, conclusie, premissen.