nonspecifiek

Nonspecifiek is een bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands dat verwijst naar kenmerken of verschijnselen die geen eenduidige toewijzing aan een specifieke oorzaak of diagnose mogelijk maken. In medische context wordt de term vaak gebruikt voor klachten, lichamelijke bevindingen of laboratoriumresultaten die onvoldoende onderscheidend zijn om met zekerheid te verklaren wat er aan de hand is.

Veel voorkomende nonspecificaties zijn klachten zoals vermoeidheid, koorts, malaise, hoofdpijn, spierpijn of algemeen onwel voelen. In het beginstadium van veel aandoeningen treden deze symptomen op en blijven ze soms gedurende langere tijd bestaan. Als gevolg daarvan kan een arts een brede differentiaaldiagnose opstellen en aanvullende anamnese, lichamelijk onderzoek en diagnostische tests aanvragen.

Daarnaast kunnen laboratorium- en beeldvormingresultaten nonspecifiek zijn. Bijvoorbeeld een verhoogde CRP of leukocytose duidt op ontsteking, maar specificeert meestal niet de oorzaak. In medische besluitvorming spelen concepten als nonspecificiteit en gevoeligheid een rol bij het interpreteren van tests en bij het plannen van vervolgonderzoek.

Nonspecificiteit is niet noodzakelijk een tekortkoming; het weerspiegelt eerder onzekerheid in het vroege stadium van ziekte of in klinische syndromen die door meerdere aandoeningen kunnen worden veroorzaakt.

In bredere zin kan nonspecifiek ook verwijzen naar beschrijvingen of classificaties die geen specifieke oorzaak identificeren, bijvoorbeeld algemene, vaag geformuleerde bevindingen.

Zie ook: specifiek, differentiaaldiagnose.