nieuwsgierigheid
Nieuwsgierigheid is een psychologische drijfveer die mensen motiveert informatie te vergaren, vragen te stellen en onderwerpen verder te onderzoeken. Het omvat een emotionele toestand en een cognitief proces dat gericht zoeken naar onbekende of onduidelijke zaken stimuleert. De term komt uit het Nederlands en combineert nieuw met gierigheid, verwijzend naar de drang om nieuws en kennis te weten.
- Epistemische nieuwsgierigheid: gericht op begrip en feitelijke kennis.
- Diversieve (of sensoriële) nieuwsgierigheid: gericht op variatie, nieuwe ervaringen en zintuiglijke prikkels.
- Arousal-theorie (Berlyne): mensen zoeken een optimaal niveau van cognitieve opwinding; te weinig of te veel prikkels
- Information-gap theorie (Loewenstein): nieuwsgierigheid ontstaat wanneer er een waargenomen kloof is tussen wat men weet en
- Intrinsieke motivatie: nieuwsgierigheid wordt vaak gezien als een intrinsieke drijfveer die leren en exploratie bevordert.
Nieuwsgierigheid verschijnt vroeg en speelt een sleutelrol in leren, probleemoplossing en adaptief gedrag. Ze ondersteunt planning,
Voordelen: betere leerresultaten, creativiteit, innovatief gedrag en betere aanpassing aan onbekende situaties. Nadelen: afleiding, tijdverspilling bij
Dopaminegerelateerde beloningsnetwerken en verwerking van noviteit spelen een rol in nieuwsgierigheid. In onderwijs en communicatie wordt
Zie ook: Epistemische nieuwsgierigheid, Diversieve nieuwsgierigheid, Intrinsieke motivatie.