macroeconomisch

Macroeconomisch verwijst naar het deel van de economie dat het gedrag van de economie als geheel bestudeert. Het richt zich op geaggregeerde variabelen zoals productie, werkgelegenheid en prijzen, en op de mechanismen waardoor ze veranderen. Centrale noties zijn bruto binnenlands product (BBP), de werkloosheidsgraad, inflatie en economische groei. Ook rente, schulden en wisselkoersen spelen een rol bij de uitkomsten op macroniveau.

Macroeconomische analyse onderzoekt hoe vraag en aanbod in de hele economie elkaar beïnvloeden, en hoe conjunctuurcycli zich ontwikkelen. Belangrijke concepten zijn het potentiële productieniveau, het outputgap en de relatie tussen inflatie en werkloosheid. Beleidsdoelen omvatten prijsstabiliteit, volledige werkgelegenheid en een groeiende welvaart op lange termijn.

Beleid is onder meer fiscaal beleid (overheidsuitgaven en belastingen) en monetair beleid (de centrale bank, rente en geldhoeveelheid). Het doel is om schokken te dempen en de economie richting evenwicht te sturen. Modellen zoals IS-LM en AD-AS illustreren de interacties tussen inkomsten en rente, terwijl groeimodellen (zoals Solow) en moderne DSGE-modellen langetermijngroei en structurele schokken proberen te verklaren.

Beperkingen bestaan uit vertragingen in de beschikbaarheid van data en revisies, onzekerheid en de complexiteit van structurele factoren. Macro-economisch onderzoek levert inzichten die overheden en centrale banken gebruiken bij beleidsbeslissingen en bij het interpreteren van internationale economische ontwikkelingen.