Home

schokken

Schokken is een Nederlands werkwoord met meerdere verwante betekenissen. In de meest algemene zin betekent het ‘een plotselinge beweging veroorzaken die iets of iemand laat schudden of uit evenwicht brengen’, en kan het ook verwijzen naar het ondervinden van een plotselinge, vaak onaangename indruk. Het woord is afgeleid van het zelfstandig naamwoord schok (een schakel of impact) met de gebruikelijke achtervoegsels voor werkwoorden. Cognaten bestaan in andere Germaanse talen, zoals het Engelse shock en het Duitse Schock.

Als zelfstandig naamwoord wordt schok gebruikt voor een plotselinge, korte beweging of impact, bijvoorbeeld bij een

In figuurlijke zin kan schokken ook verwijzen naar een emotionele reactie: “Het nieuws heeft velen geschokt.”

Zie ook: schok, shock, schudden.

aardbeving
of
een
botsing.
Meervoudelijk
kan
men
spreken
van
schokken:
“De
aardbeving
veroorzaakte
hevige
schokken
in
het
gebouw.”
In
technische
contexten
spreekt
men
ook
wel
van
schokken
wanneer
er
sprake
is
van
een
impulsaandoening
of
dynamische
belasting.
Het
voltooid
deelwoord
van
het
werkwoord
is
geschokt,
bijvoorbeeld:
“Het
bericht
heeft
de
bevolking
geschokt.”
In
engineering
en
natuurwetenschappen
wordt
het
begrip
schok
of
schokken
gebruikt
om
snelle,
kortstondige
krachten
of
trillingen
te
beschrijven
die
door
constructies
of
systemen
worden
ondergaan.